Afbeelding
Pexels
Pexels
Wil jij een non-fictie boek schrijven? De redactie van Schrijven Magazine, hét schrijftijdschrift van Nederland en Vlaanderen, zette haar 10 allerbeste tips voor je op een rij. Je ontdekt hoe je een goed idee herkent, hoe je onderzoek doet, hoe je feedback verwerkt & nog veel meer!
Je gaat maanden tot jaren bezig zijn met je non-fictie boek, waarbij je eerst uren research gaat doen voordat je daadwerkelijk begint met schrijven. Het is dus van belang dat het onderwerp waarover je schrijft je interesseert. Beter nog: dat je er gepassioneerd over bent. Wees dus kritisch op je onderwerpkeuze. Schrijven over de geschiedenis van de wijnfles is niet lang interessant als je liefde voor wijn niet verder gaat dan ‘ik vind een glaasje op vrijdagavond wel lekker’.
Veel fictieverhalen zijn gebaseerd op de werkelijkheid. Je leest iets in het nieuws en ziet een verhaal voor je ogen afspelen. Daar moet je over schrijven! Maar niet elk onderwerp leent zich voor een fictieboek. Dat merkte Wieke Hart toen ze aan de slag ging met een aangrijpend verhaal over de opvanghuizen van De Zusters van de Goede Herder, waar onder streng toezicht van de nonnen verrichtten duizenden meisjes dwangarbeid. Als roman werkte het niet, tot ze het advies kreeg om er een non-fictie boek van te maken dat uitmondde in Strafkind. In een blog schrijft Wieke: “Het ging als een tierelier: de verhaallijn bood zich vanzelf aan. Dat is het grote voordeel van non-fictie: de scènes liggen voor het oprapen.”
Andersom is natuurlijk ook mogelijk! De realiteit is simpelweg niet altijd even spannend als je fantasie. Wanneer je erachter komt dat er weinig te schrijven valt over het onderwerp, bekijk het dan eens van een andere kant. Kan het wel werken als basis voor een fictieboek?
Als je zeker weet dat je non-fictie wilt schrijven, dan komt de volgende keuze. Kies je voor verhalende non-fictie? Dit vraagt uiteraard een andere schrijfstijl dan een geschiedenisboek over de wijnfles. Maar misschien vertel je de reis van één wijnfles van plek naar plek voordat de inhoud opgedronken wordt. Zo breng je nog steeds de geschiedenis, maar maak je het beeldend voor de lezer.
De opbouw van je boek is enorm belangrijk voor non-fictie. Het genre is echt niet altijd stoffig, er zijn zelfs verschillende formats die heel succesvol zijn gebleken. Denk aan ‘het meest-gemaakte-fouten boek’, ‘het interviewboek’ of ‘het vraag- en antwoordenboek’. Auteur Esther Jacobs zette 10 van dit soort succesvolle formats uiteen. Deze kunnen je inspiratie geven voor je eigen non-fictie boek.
Je duikt de werkelijkheid in, stoft boeken af, bestudeert oude foto’s en spreekt ooggetuigen. Afhankelijk van je onderwerp zul je een of meerdere van deze dingen moeten onderzoeken. Besteed hier veel tijd aan! Hoe meer je weet, hoe beter het is voor je boek.
Niets zo bedrieglijk als het geheugen van de mens. Voor vrijwel alle beschrijvingen die gebaseerd
zijn op iemands herinneringen, zoals interviews, autobiografieën en dagboeken, geldt dat de betrouwbaarheid beperkt is. Probeer de informatie uit je bronnen altijd elders te laten bevestigen, voor zover dat lukt.
Het gevaar van veel onderzoek doen is dat je een verslag van gebeurtenissen schrijft. Gemiddeld gezien is dit niet wat je wil bereiken. Soms gebruik je bronnen alleen om een sfeer neer te zetten van een specifieke tijdsperiode, de andere keer schets je een uitgebreidere uitleg. Wees je bewust van de route die je kiest bij elk element van je non-fictie boek.
Structuur is belangrijk voor elke schrijver, maar voor een non-fictie schrijver is het nog belangrijker. Vaak geeft je gekozen vorm je houvast (zie tip 5), maar je moet deze wel vasthouden. Schrijf je een ‘meest-gemaakte-fouten boek’? Dan moet je van tevoren weten op welke vragen je antwoord gaat geven.
Je bent als schrijver niet alwetend. Wanneer je schrijft over een onderwerp waar je niet alles van weet, heb je expertise nodig van anderen. Voel je vooral niet bezwaard om dat te vragen. Veel mensen vinden het leuk om te praten over hun vakgebied! En daarnaast geldt: nee heb je, ja kun je krijgen.
Meer tips? Je vindt ze hieronder!